(Bron: KNB) De verlaging van de overdrachtsbelasting per 1 januari zorgde er volgens het Kadaster voor dat particuliere investeerders december vorig jaar extra veel woningen verkregen. Bij kopers onder de 35 jaar, die vanaf 1 januari onder voorwaarden geen overdrachtsbelasting hoeven te betalen, was een tegenovergestelde trend te zien: zij stelden hun woningoverdracht juist uit tot begin dit jaar.
Particuliere investeerders betalen sinds 1 januari 8 procent overdrachtsbelasting. Dat was 2 procent. Veel van hen sloegen in de laatste maanden van 2020 nog hun slag door woningen eerder te kopen om zo nog te profiteren van het oude tarief. Daarmee stijgt ook hun aandeel in het aantal gekochte woningen in heel Nederland. In de 4 grote gemeenten – Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en Utrecht – kochten zij de afgelopen 10 jaar 25 procent van de verkochte woningen. In heel Nederland is dat ruim 15 procent. In het laatste kwartaal van 2020 kochten zij 40 procent van de verkochte woningen in de grote steden. In heel Nederland was dit 30 procent.
Jonge kopers
Kopers onder de 35 jaar stelden hun woningoverdracht juist uit tot na de jaarwisseling om geen overdrachtsbelasting te hoeven betalen. In januari 2021 zijn 2 keer zo veel woningtransacties te zien als in januari 2020.
Hogere woningprijs
De particuliere investeerders en jonge kopers kunnen elkaar in de weg zitten. Toch blijkt uit eerder onderzoek van het Kadaster dat dit lang niet altijd het geval is. Wel leiden de vele aankopen door investeerders tot een hogere gemiddelde woningprijs.
1 april
Op 1 april verandert er wederom iets aan de overdrachtsbelasting. De vrijstelling van overdrachtsbelasting geldt vanaf dan alleen voor woningen die niet duurder zijn dan 400.000 euro. De leeftijdsgrens – jonger dan 35 jaar – blijft hetzelfde.