Het Wetsvoorstel Bestuur en Toezicht Rechtspersonen blijft de gemoederen bezig houden. Volgens de minister wordt het Nederlandse ondernemingsrecht merkbaar beter hanteerbaar en daarmee ook aantrekkelijker. De achterliggende gedachte is dat er meer eenheid zou moeten ontstaan bij de behandeling van verschillende rechtspersonen, de regels die nu al gelden voor naamloze en besloten vennootschappen gaan deels ook van toepassing worden verklaard op verenigingen, coöperaties en stichtingen.
De minister heeft wel toegezegd dat in geval van faillissement er wel verschil in behandeling zal zijn. De bestuurder van een kleine charitatieve instelling zal niet worden geconfronteerd met dezelfde regels als de regels die gelden bij het faillissement van een besloten vennootschap.
Er komt een wettelijke grondslag voor toezichthoudende organen voor alle rechtspersoenen. Nu al was het niet ongebruikelijk om toezichthoudende organen in de statuten van verenigingen en stichtingen op te nemen.
De tegenstrijdig belang regeling die al gold voor naamloze en besloten vennootschappen gaat gelden voor alle rechtspersonen. De bestuurder met een tegenstrijdig belang mag dan niet meer meebeslissen als er een tegenstrijdig belang is.
Wat aan de ene kant een voordeel lijkt kan aan de andere kant een nadeel blijken te zijn. Waar nu volgens de Raad van State een bonte verscheidenheid van al dan niet professioneel geleide organisaties bestaat, die allemaal binnen het huidige rechtstelsel functioneren, lijkt het er op dat die verenigingen, stichtingen en coöperaties te maken krijgen met aangescherpte eisen en regels, waar wellicht helemaal niet behoefte aan of noodzaak toe was.
Bent u bestuurder of betrokken bij een bestaand vereniging, stichting of coöperatie? Laat u dan terdege voorlichten over de gevolgen, die wellicht verstrekkender zijn dan op het eerste gezicht zou lijken.