In veel samenlevingscontracten staat dat bij het einde van de relatie de meest draagkrachtige partner een bijdrage in het levensonderhoud van de andere partner dient te leveren. Er wordt in die gevallen vrijwel altijd aansluiting gezocht bij de alimentatieregeling zoals die in de wet voor getrouwde stellen is geregeld. Desondanks kan dat toch nog tot grote verschillen in inzicht leiden.
Een vrouw vroeg dit jaar de rechtbank in Rotterdam te bepalen dat haar ex-partner na verbreking van de samenwoonrelatie alimentatie aan haar zou moeten betalen. De man verweerde zich door te stellen dat de rechter alleen alimentatie kan vaststellen als de alimentatieplicht uit de wet voortvloeit en niet uit een overeenkomst. De rechter ging in die stelling niet mee.
Omdat de ex-partners er samen niet uitkomen, moet de rechter de uitkering vaststellen. De rechter moet daarbij rekening houden met de eisen van redelijkheid en billijkheid. De rechtbank vond dat er wel degelijk de burgerlijke rechter – die geen alimentatierechter is – zich mag uitspreken over de vaststelling van alimentatie op grond van afspraken tussen samenwoners.
In dit concrete geval werd de eis van de vrouw overigens afgewezen omdat zij onvoldoende inzicht had gegeven in haar vermogen en haar mogelijkheden om zelf geld te verdienen.
Wilt u meer weten over het regelen van de gevolgen voor het geval uw samenwoonrelatie wordt verbroken? Bel ons voor het maken van een afspraak.