Als u geen testament heeft opgemaakt, zal bij overlijden het wettelijk erfrecht van toepassing zijn. Met een geldig codicil kunt u nog wel wat roerende goederen toewijzen aan nabestaanden, maar u zet er de wet niet mee opzij. Ook al doet u mondeling uitspraken over uw wensen, of zet u zelf wensen op papier, de wettelijke regeling is dan nog steeds van toepassing.
Dat bleek onlangs weer bij de rechtbank Amsterdam. Een kinderloze vrouw overlijdt zonder dat zij een testament heeft laten opmaken. Het wettelijk erfrecht is van toepassing. Dan komt er iemand – geen familie – op de proppen die stelt dat hij mede-erfgenaam is en daarom aanspraak maakt op een deel van het nagelaten vermogen.
De man verwijst naar een handgeschreven verklaring van de vrouw waarin staat dat zij haar kapitaal aan de man en diens echtgenote wil achterlaten. Hij heeft samen met zijn vrouw enkele decennia voor de kinderloze vrouw gezorgd. Toen zij nog leefde, heeft zij het echtpaar al haar hele inboedel geschonken.
De rechtbank heeft begrip voor de eis van de man. Gelet op de handgeschreven verklaring van de vrouw en haar uitspraken tegenover derden is daar ook alle reden toe. Echter, het komt niet in de plaats van een testament. De wet stelt dat een “uiterste wilsbeschikking” alleen bij “uiterste wil” (= testament) kan worden opgemaakt. Dat is gebonden aan vormvereisten. Zelfs maatstaven van redelijkheid en billijkheid doen daar niets aan af.
Wilt u meer weten over het nalaten van uw vermogen of een testament? Bel ons voor het maken van een afspraak.