Begin 2018 telde Nederland bijna 273 duizend familiebedrijven. Daarvan waren er 195 duizend actief in het niet-financiële bedrijfsleven. Zij realiseerden in 2018 403 miljard euro omzet, grofweg een kwart van de totale omzet in het niet-financiële bedrijfsleven.
Dat meldt het CBS op basis van nieuw onderzoek naar familiebedrijven. Een familiebedrijf is een bedrijf waarbij één familie direct of indirect een meerderheid van zeggenschap heeft en formeel betrokken is bij het bestuur. Bedrijven van zelfstandigen zonder personeel rekent het CBS tot een aparte groep. Bij de meeste bedrijven in Nederland werken niet meer dan 50 personen. Van de bedrijven en instellingen met 2 tot 50 werkzame personen is 69 procent een familiebedrijf. Hoe groter het bedrijf, hoe minder vaak het een familiebedrijf is. Het omzetaandeel van familiebedrijven is met 43 procent dan ook het grootst onder bedrijven met minder dan 50 werkzame personen. Bij bedrijven met meer dan 250 werkzame personen realiseren de familiebedrijven 13 procent van de omzet.
Verder zorgden familiebedrijven in 2018 voor ruim 2,46 miljoen werknemersbanen, ruim 29 procent van alle werknemersbanen in Nederland.
Familiebedrijven zijn gemiddeld ouder dan andere bedrijven. Bijna de helft (47 procent) van de bedrijven die 30 jaar of langer bestaan was in 2018 een familiebedrijf. Dit zijn overwegend bedrijven van 2 tot 50 werkzame personen.
De grootste groep familiebedrijven (44 procent) bestond in 2018 10 tot 30 jaar. Van de overige bedrijven was 27 procent zo oud. 18 procent van de familiebedrijven was 30 jaar of ouder. Bij de niet-familiebedrijven was dit 9 procent.
Een bedrijf kan meerdere vestigingen hebben. Alle familiebedrijven samen hebben 343 duizend vestigingen; dit is 19 procent van alle vestigingen van bedrijven en instellingen. In gemeenten met weinig inwoners komen familiebedrijven vaker voor dan in grotere gemeenten. Van alle vestigingen in de gemeente Breda, de negende stad van Nederland, hoort 16 procent bij een familiebedrijf. Dat is hoger dan in andere steden in de top 10 van grote steden in Nederland. In Utrecht en Amsterdam zijn bijvoorbeeld 11 procent van de vestigingen onderdeel van een familiebedrijf.
Het onderzoek Familiebedrijven in Nederland is uitgevoerd na een Kamermotie en bekostigd door het ministerie van Economische Zaken en Klimaat (EZK). In de resultaten van het onderzoek komen naast het aantal bedrijven, de omzet en toegevoegde waarde, ook cijfers aan bod over het aantal werknemersbanen en kenmerken daarvan. Cijfers worden uitgesplitst naar bedrijfsgrootte en provincie en zijn beschikbaar over de jaren 2015-2018. Het huidige onderzoek bevat een aantal kwaliteitsverbeteringen en veranderingen ten opzichte van eerder CBS-onderzoek.